Met de uitgaande trunks beheert u het uitgaand telefoonverkeer.

Tabblad ‘Hoofd’

• Trunk: selecteer de uitgaande trunk zoals deze is gedefinieerd in het menu Communicatie/Trunks
• Voorvoegsel: wanneer u een telefoonnummer belt met het voorvoegsel dat u in dit veld invoert, zal het gesprek via deze trunk verlopen. U kunt het veld ook leeg laten: het is niet per se nodig een voorvoegsel te gebruiken om naar buiten te kunnen bellen. Let op: de nul (0) en een lege waarde (geen voorvoegsel) kunnen niet beide gebruikt worden. Het is dus niet mogelijk een trunk met het voorvoegsel 0 én een trunk zonder voorvoegsel te hebben.
• CallerID: hier kunt u het nummer invullen dat de gebelde zal zien. Gebruik het juiste format zodat het door uw SIP-provider wordt herkend. Vink ‘anoniem’ aan als u uw nummer wilt verbergen. Hiermee wordt er een privacy-vlag gezet; de trunk instellingen bepalen hoe dit ingesteld is en kan variëren per provider. Gebruik de standaards als u niet zeker bent.
  CallerID kan ook ingesteld worden bij Telefoons en Gebruikers. Hierbij geldt een bepaalde prioriteit:
  • Trunk: hier kan de callerID ingesteld worden
  • IP phone CallerID: als deze ingesteld wordt zal deze prioriteit hebben boven de waarde in Trunk.
  • Gebruiker CallerID: hier ingesteld zal deze prioriteit hebben boven de waarde in IP Phone
• Beschrijving: vrij tekstveld
• Uitgaand belplan: selecteer het uitgaand belplan zoals deze is gedefinieerd in Belplan uitgaand.
• Permissies: standaard is dit veld leeg (ongedefinieerd). U kunt hier voor het standaard permissieprofiel kiezen. Als u het gebelde nummer niet wilt toestaan kunt u het juiste permissieprofiel kiezen zoals gedefinieerd in Services/Permissieprofiel.

Houd er rekening mee dat door de CallerID prioriteitsregel er bepaalde scenario’s kunnen optreden indien u anoniem wilt uitbellen; het gebruik van een extra trunk met het veld CallerID op anoniem is een manier om anoniem te bellen, maar als er een CallerID is ingevuld bij Telefoon of Gebruiker, zal het nummer zichtbaar zijn (niet anoniem). Het gebruik van *21 werkt in deze gevallen het beste: dit overschrijft de CallerID die in Trunk, Telefoon of Gebruiker is opgegeven.

Tab Gebruikersgroepen

Als er gebruikersgroepen aangemaakt zijn, kunnen deze hier eventueel aangegeven worden zodat een uitgaande trunk alleen door die groep gebruikt kan worden. Dit geeft u de mogelijkheid om een multi-tenant platform te maken, bijvoorbeeld voor bedrijfsverzamelgebouwen.